De parallel tussen de verbouwing van mijn huis en de opstelling die ik deed over mijn vader is dat er bij beiden een flinke tijd zit tussen het plan opvatten, de uitvoering en het eindresultaat. En de dankbaarheid voor dat eindresultaat herkende ik in het zinnetje van Merel Morre: “… en al die tijd het volle hoofd verward met goed gevuld vrij vliegend hart …”
Op het moment dat ik dit schrijf wordt de benedenverdieping van ons huis verbouwd. Twee weken grof breekwerk en het ruwe opbouw werk, daarna 4½ week ‘op kamers wonen’ bij ons zelf terwijl de aannemer aan alle details werkt (plus alle zaken waar we niet aan gedacht hadden). Nog 1½ week te gaan, pfff. En dan te bedenken dat we dit 3 jaar geleden al wilden doen. We hebben dit jaar het hele plan uitgedacht en afgesproken. Maar ja…. daarna was het 7 maanden wachten eer de aannemer tijd had voor ons.
Wat me vanmorgen trof, is de parallel met een opstelling die ik anderhalf jaar geleden deed. Na er maanden over gedacht te hebben, had ik een afspraak gemaakt waar ik ook weer een lange tijd op moest wachten. En dan de dag van de opstelling: de werkelijkheid onder ogen zien over de dood van mijn vader toen ik 21 was – en heling ervaren. Heel heftig. In de weken daarna verwerkte mijn onderbewuste de details – af en toe, tijdens een meditatie bijvoorbeeld, waren er momenten dat ik alles veel helderder ging zien. En nu is er een diepe rust, een vrede in mijn hoofd, in mijn hart en in mijn buik.
Vrij vliegend hart
In de maanden na de opstelling vond ik -ik weet echt niet meer waar- het gedicht ‘Ertussenin’ van Merel Morre (uit: Met mijn ogen dicht ik alles heel):