Een pad heeft een richting met in de verte een doel, nog een beetje wazig – en je weet eigenlijk wel zeker dat het pad daar niet rechtstreeks naar toe gaat. Er zullen keuzes gemaakt moeten, afslagen genomen. En waar je precies uitkomt, bij deze berg of bij die andere, dat weet je ook nog niet.
In het boeddhisme wordt gezegd dat je je niet aan het doel moet hechten. Het pad er naar toe is belangrijker. Want op dat pad sta je nu, in een realiteit die je om je heen ziet, ervaart. En alleen nù kan je dingen veranderen want het verleden is voorbij en de toekomst moet nog komen.
De keuzes die je maakt op je pad hangen af van je dromen, van de hoop die je hebt voor de toekomst. Jouw keuzes hangen dus af van het vergezicht dat je hebt. En omdat het jouw eigen pad is, mag je dus dromen en hoop koesteren want dat bepaalt jouw pad. Beschouw het als een compliment wanneer je een ‘dromer’ of ‘idealist’ of wat-dan-ook genoemd wordt, want er is moed nodig om te dromen en hoop te koesteren.
En wat is nu de link met coaching?
Soms kan je het gevoel hebben dat je wel vooruit gaat op je pad maar dat je toch steeds weer op hetzelfde punt terecht komt. Het lijkt wel of je pad een rotonde is geworden waar je de afslagen niet van kan vinden. In dat geval kunnen we samen gaan praten over je dromen, over het vergezicht en vooral over de dingen die je er (onbewust) van weerhouden de juiste afslag te kiezen.